Voorbij het sentiment
De Amsterdamse binnenstad is al jaren het decor van feest en steeds grotere wordende georganiseerde activiteiten. Klagen over drukte, en met name de toename hiervan, door binnenstadbewoners wordt over het algemeen afgedaan als verwend grachtengordelgedrag. Het enthousiast ventileren van een niet te stoppen groeiscenario komt veelal voor rekening van deskundigen die in ruime meerderheid niet in de Amsterdamse binnenstad wonen. Het Parool is de afgelopen zomer een mooi platform gebleken om de diverse meningen over dit thema te kunnen uiten.
Wat vooral opvalt in het debat is de grote gevoelswaarde. Je bent voor of je bent tegen. Op basis van dit gevoel wordt de discussie gevoerd. Gek genoeg lijkt dit ook het geval bij zogenaamde deskundigen. Hier zou je toch iets meer objectiviteit mogen verwachten. Duidelijk is dat de Amsterdamse binnenstad drukker is geworden. Bezoekersaantallen laten dit zien en ook de toename van feesten en festivals is een goede indicator. Hoe drukte vervolgens wordt ervaren heeft te maken met het levenspatroon en toch ook vaak de leeftijd. De dertiger die zijn eerste appartementje koopt op de gracht zal zich met veel plezier storten op al het amusement dat letterlijk en figuurlijk aan zijn raam voorbij trekt, terwijl de oudere binnenstadbewoner na de zoveelste Gay Parade iets zuiniger in zijn enthousiasme zal zijn. Tegelijkertijd kent Amsterdam duizenden bezoekers die voor het eerst het Prinsengrachtconcert of de Uitmarkt meemaken en na een enerverende dag weer opgetogen in de trein stappen terug naar huis. Zo zijn bewoners- en bezoekerstypologieën en het type (maar ook intensiteit van het) amusement belangrijke variabelen om in de discussie te betrekken.
Wat ook relevant is om te benoemen, is dat niet de gehele binnenstad de druk voelt van de toename van toeristen en bezoekers. Het maakt een verschil of je op de Prinsengracht woont in de buurt van het Anne Frankhuis of dat je op de Keizers- of Herengracht woont. De drukte concentreert zich op een beperkt aantal plekken in de stad die bekend zijn bij politici en beleidsmakers. Breng deze nuance dan ook in in het debat! Zo specificeer je de problematiek, breng je het terug tot de juiste proporties en zijn oplossingen mogelijk makkelijker of op zijn minst efficiënter te maken.
Tot slot zou ik de toename van vuil in de openbare ruimte en het ongebreidelde groeidenken willen noemen. Iedere ochtend fietsend door de Damstraat en de Oude Hoogstraat waan ik me in de middeleeuwen. Grote bergen afval wachten om opgehaald te worden en zijn tegelijkertijd een zichtbare resultante van het moeizaam verwerken van de enorme activiteit de avond en nacht tevoren. Deze afvalbergen vind ik een mooie illustratie als inbreng voor de discussie over grenzen aan de groei. ‘Slow urbanism’ lijkt voor Amsterdam nauwelijks een te bespreken scenario. We vergelijken ons graag met steden als Londen, Parijs en New York maar de eerlijkheid gebied toch om te zeggen dat onze infrastructuur in alle mogelijke opzichten onvergelijkbaar is. Laten we dit dan ook niet doen en de grenzen aan onze groei bespreken. Hier hoort de mening van de oudere en jongere binnenstadbewoner bij, de ondernemer, de bezoeker en de toerist, het stadsbestuur gecombineerd met harde data. Mogelijk dat op deze wijze het debat naar een hoger niveau kan worden getild. Voorbij het sentiment.